Betrokkene bij diefstal sigaretten aangesproken voor accijns, omzetbelasting en douanerechten

14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN: AY9297, 04/02342

Een vrachtwagenchauffeur met een eigen vervoersbedrijf was betrokken bij de diefstal van een partij sigaretten. Hij had met zijn vrachtwagen containers met sigaretten van het terrein van de eigenaar gereden naar een opslagplaats en daar geholpen met het uitladen van de containers met sigaretten. De vrachtwagenchauffeur werd voor zijn betrokkenheid bij de diefstal strafrechtelijk veroordeeld. Vervolgens werd hij aangesproken voor een bedrag van € 1,8 miljoen aan douanerechten, accijns en omzetbelasting. De inspecteur wees het tegen de opgelegde aanslagen gemaakte bezwaar af. De Douanekamer van Hof Amsterdam was van oordeel dat de partij sigaretten door de diefstal aan het douanetoezicht was onttrokken. Die onttrekking aan het douanetoezicht had zich in Nederland voorgedaan. Gelet op de bewezenverklaring in de strafzaak was aannemelijk dat de vrachtwagenchauffeur aan de onttrekking had deelgenomen. Volgens de Douanekamer had de chauffeur kunnen weten dat het goederen betrof die aan het douanetoezicht werden onttrokken. Daarom had de inspecteur hem terecht als schuldenaar aangemerkt voor de douaneschuld. De bepalingen van het Communautair Douane Wetboek (CDW) zijn van overeenkomstige toepassing op de omzetbelasting bij invoer. Naar het oordeel van de Douanekamer heeft de inspecteur de vrachtwagenchauffeur terecht aangesproken voor de verschuldigde omzetbelasting, ondanks dat hij geen eigenaar was van de sigaretten. Dat gold ook voor de verschuldigde accijns. Volgens de Douanekamer is er geen aanleiding te veronderstellen dat het begrip 'onttrekken' in de zin van de accijnswetgeving een andere betekenis zou hebben dan het gelijkluidende begrip voor de douanerechten en de omzetbelasting heeft. Op grond van de bepalingen van het CDW ontstaat er een passieve hoofdelijke aansprakelijkheid voor de douaneschuld voor alle betrokkenen en kunnen verschillende personen voor betaling van dezelfde schuld worden aangesproken. Iedere schuldenaar is voor het geheel van de vastgestelde schuld aansprakelijk. Anders dan de vrachtwagenchauffeur meende was hij dus hoofdelijk aansprakelijk voor de gehele belastingschuld.