1 december 2006 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJNAZ3364, 42503
In cassatie voerde iemand aan dat Hof Leeuwarden het door haar ter zitting gedane aanbod om stukken over te leggen ter ondersteuning van een ingenomen stelling had afgewezen. Noch uit de uitspraak van het Hof noch uit het proces-verbaal van de zitting bleek dat een zodanig aanbod was gedaan. Omdat deze stukken voor de Hoge Raad de enige bronnen zijn om te achterhalen wat zich ter zitting heeft voorgedaan, kon de Hoge Raad bij gebrek aan feitelijke grondslag niets anders doen dan het beroep ongegrond verklaren.