28 januari 2009 | Hof Arnhem | jurisprudentie | LJNBH2877, 07/00397
Een bezwaarschrift moet volgens de wet binnen zes weken na dagtekening van het besluit waartegen het is gericht zijn ontvangen door het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen. Een bezwaarschrift dat te laat binnen komt kan niet-ontvankelijk worden verklaard. De bewijslast dat een bezwaarschrift tijdig is ingediend rust op de indiener, tenzij het bezwaarschrift is gericht tegen een opgelegde verzuimboete en het bestuursorgaan zich beroept op overschrijding van de bezwaartermijn. In dat geval moet het bestuursorgaan bewijzen dat het bezwaar te laat is ingediend. In een procedure voor Hof Arnhem over een door de inspecteur niet-ontvankelijk verklaard bezwaarschrift tegen een opgelegde aanslag en een verzuimboete slaagde de inspecteur er niet in te bewijzen dat het bezwaar te laat was ingediend. De verzuimboete verviel daardoor. Vervolgens moest het Hof het bezwaarschrift behandelen voor zover dat was gericht tegen de aanslag. De belanghebbende moest bewijzen dat het bezwaarschrift binnen de wettelijke termijn was verzonden. Daarin slaagde hij niet. Dat betekende dat de inspecteur het bezwaar terecht niet-ontvankelijk had verklaard voor zover het de opgelegde aanslag betrof.