Bezwaarschrift bij onbevoegd orgaan ten onrechte niet ontvankelijk verklaard

14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AU3157, 39896

Negen dagen voor het eindigen van de bezwaartermijn diende iemand een bezwaarschrift in. Hij deed dat echter bij de verkeerde instantie omdat hij het postadres van de Belastingdienst Ondernemingen gebruikte in plaats van het adres van de Belastingdienst Particulieren. Hof Den Bosch verklaarde het bezwaarschrift niet ontvankelijk omdat het niet binnen de wettelijke termijn was ingediend. Volgens de wettelijke regeling, zoals die destijds (tot 1 april 2002) gold, werd een bij een onbevoegd orgaan ingediend bezwaarschrift geacht twee weken na binnenkomst bij het onbevoegde orgaan te zijn ingediend bij het bevoegde orgaan. Die bepaling was alleen van toepassing als het bezwaarschrift niet direct was doorgestuurd door het onbevoegde orgaan.In dit geval was niet bekend of en zo ja wanneer de Belastingdienst Ondernemingen het bezwaarschrift had ontvangen. Evenmin was bekend of het bezwaarschrift was doorgezonden aan de Belastingdienst Particulieren. Zonder nader onderzoek naar deze feiten kon het Hof volgens de Hoge Raad niet beslissen of de bezwaartermijn was overschreden. De Hoge Raad verklaarde het verzet gegrond.