Bij belastingheffing over Nederlandse renteinkomsten moet met recht op belastingvrije som rekening w

20 juni 2003 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN-nummer: AK3814 Zaaknr: 02/01612

In een procedure voor Hof Den Bosch komt de aanslag inkomstenbelasting 1999 aan de orde, die is opgelegd aan een in Belgiƫ wonende Nederlander, die werkt voor de Nederlandse overheid. Daarnaast ontvangt hij rente uit Nederland. In geschil is de hoogte van de aanslag inkomstenbelasting, met name of de Nederlandse heffing over de rente beperkt moet blijven tot 10%. Volgens het Hof mag Nederland bij de berekening van de belasting over het overige inkomen rekening houden met de rente-inkomsten door de belasting over het overige inkomen te stellen op een evenredig deel van de over het gehele belastbare inkomen berekende inkomstenbelasting. Dat wordt niet anders door het feit, dat de belanghebbende in kwestie geen buitenlandse belastingplichtige maar op grond van de woonplaatsfictie binnenlandse belastingplichtige is. Bij een evenredige toerekening van de Nederlandse belasting over het gehele belastbare inkomen aan de netto rente-inkomsten en de overige inkomsten zou de belanghebbende een deel van het nut van de belastingvrije som verliezen. Dat is volgens het Hof in strijd met het EG-recht (het arrest De Groot van het Hof van Justitie van de EG). Daarom moet de over het bruto-bedrag van de rente-inkomsten berekende belasting worden verlaagd met het belastingvoordeel als gevolg van de belastingvrije som dat is toe te rekenen aan de netto rente-inkomsten. Dit voordeel bedraagt fl. 619. Over de rente-inkomsten is aan Nederlandse belasting verschuldigd tien procent van fl. 12.777 is fl. 1.277 verminderd met fl. 619 = fl. 658. Over de overige inkomensbestanddelen is verschuldigd fl. 65.792/ fl. 76.569 x fl. 13.216 = fl. 11.355, zodat Nederland per saldo mag heffen fl. 12.013. Vermeerderd met de premies volksverzekering bedraagt de aanslag dan fl. 26.248.