14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN: AX4363, BK 119/05
Om recht te hebben op de zogenaamde persoonsgebonden aftrek moet voldaan zijn aan een aantal in de Wet IB 2001 genoemde voorwaarden. Degene die een aftrekpost claimt in zijn aangifte moet bewijzen dat is voldaan aan de wettelijke voorwaarden voor aftrek. Wegens gebrek aan schriftelijke bewijsstukken van uitgaven die een vader zou hebben gedaan voor het levensonderhoud van zijn zoon was Hof Leeuwarden van oordeel dat de vader geen recht had op persoonsgebonden aftrek. In diverse stadia van de bezwaar- en beroepsprocedure werden andere bedragen genoemd. Voor de rechtbank bevestigde de zoon dat zijn vader het laagste door hem gestelde bedrag had betaald. De rechtbank stond de aftrek toe. In hoger beroep vernietigde het Hof de uitspraak van de rechtbank omdat de ondersteuning van de zoon onvoldoende aannemelijk was gemaakt.