14 mei 2007 | Hof Arnhem | jurisprudentie | LJN-nummer: AO8717 Zaaknr: 02/01231
In 1991 kocht iemand een stacaravan in een recreatiepark. De caravan stond al enige jaren op dezelfde plek. De ondergrond huurde hij van de eigenaar van dat park, aan wie hij ook betaalde voor de aansluiting op nutsvoorzieningen. In 2001 kocht hij de ondergrond. Omdat de stacaravan als onroerende zaak werd aangemerkt betaalde hij overdrachtsbelasting over de koopsom voor de grond en de waarde van de caravan. Hij maakte bezwaar tegen de aangifte overdrachtsbelasting voor zover die betrekking had op de waarde van de caravan. Hof Arnhem stelde vast, dat de caravan een onroerende zaak was, omdat deze bestemd was om langere tijd op dezelfde plaats te blijven. Dat bleek ondermeer uit de aansluiting op nutsvoorzieningen, de afdekking van de wielen en het feit, dat de caravan al meer dan 10 jaar niet was verplaatst. Omdat de waarde van de caravan niet in geschil was, hield dat oordeel in dat de overdrachtsbelasting juist was berekend. Toch volgde een vermindering, omdat de oorspronkelijke eigenaar een opstalrecht had gevestigd op de grond. Dat opstalrecht werd op de dag van levering van de grond beëindigd. De beëindiging van het opstalrecht vormde een belastbaar feit voor de overdrachtsbelasting. Omdat sprake was van opvolgende leveringen binnen een termijn van zes maanden werd de overdrachtsbelasting over de levering van de grond verminderd met de belasting over de waarde van de caravan, ondanks dat er bij de beëindiging van het opstalrecht geen overdrachtsbelasting was betaald.