Bij naheffing overdrachtsbelasting terecht boete opgelegd wegens grove schuld van verkrijger

14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AO3462 Zaaknr: 02/07261

Een verzekeringsmaatschappij belegde een deel van haar vermogen in onroerende zaken. Nadat zij had onderhandeld over de aankoop van een onroerende zaak met een BV, die eigenaar was van de zaak werd besloten om in plaats daarvan de aandelen in de BV te kopen. Die BV was een fictieve onroerende zaak, omdat de activiteiten van de BV uit de exploitatie van onroerende zaken bestonden en de bezittingen voor 70% of meer uit in Nederland gelegen onroerende zaken bestonden. Bij de aankoop van de aandelen in de BV was daarom overdrachtsbelasting verschuldigd. Er was geen aangifte gedaan en dus ook geen belasting betaald. De belastingdienst legde een naheffingsaanslag op met een boete. In de procedure voor Hof Amsterdam, die alleen over de boete ging, is in geschil of het aan opzet of grove schuld is te wijten dat te weinig belasting is geheven. Volgens het Hof beschikte de verzekeringsmaatschappij over voldoende expertise om te weten, dat bij de aankoop van de aandelen in de BV overdrachtsbelasting verschuldigd was. De maatschappij had zowel een juridische als een fiscale afdeling. Dat de fiscale afdeling niet was geraadpleegd door de juridische afdeling was een intern communicatieprobleem. Het Hof vond een boete van ƒ 100.000 op een belastingbedrag van ƒ 1.110.000 niet te hoog.