Bij overgang andere onroerende zaken dan woonhuis naar privé geen waardedruk wegens zelfbewoning

14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN: AR4720, 1978/02

Een landbouwer beëindigde per ultimo 2000 zijn bedrijf gedeeltelijk. In verband daarmee moesten de onroerende zaken, die onderdeel waren van het ondernemingsvermogen, worden overgebracht naar het privé-vermogen. Het verschil tussen de waarde in het economische verkeer en de boekwaarde was onderdeel van de winst. De landbouwer en de belastingdienst hebben de waarde in het economische verkeer met een minnelijke waardering vastgesteld. Zij verschilden echter van mening of daarbij voor andere onroerende zaken dan het woonhuis en het traditionele bedrijfsgedeelte uitgegaan mocht worden van een lagere waarde dan de waarde vrij te aanvaarden. De landbouwer moest van Hof Leeuwarden bewijzen dat er aanleiding was om van een lagere waarde uit te gaan dan de vastgestelde waarde in het economische verkeer, vrij van huur en gebruik. Daarin slaagde hij niet.Omdat de taxateurs in hun taxatierapport aandacht hebben besteed aan de planologische bestemming, de milieuvergunning en het huidige gebruik, ging het Hof ervan uit, dat met alle eventuele relevante waardedrukkende factoren rekening was gehouden.