19 augustus 2003 | Ministerie van Financiën | besluit | CPP2003/1718M
Als de opgebouwde oudedagsreserve van een ondernemer aan het einde van een boekjaar hoger is dan het ondernemingsvermogen moet deze reserve voor het hogere deel vrijvallen als de ondernemer in het betreffende jaar en het daaraan voorafgaande jaar niet voldoet aan het urencriterium. Vanwege het verschil in omschrijving ten opzichte van de wet IB 1964 keurt de staatssecretaris van Financiën goed dat belastingplichtigen voor het jaar 2000 geacht worden te voldoen aan het urencriterium. Gevolg van deze goedkeuring is dat pas vanaf het jaar 2002 de oudedagsreserve behoeft af te nemen wegens het gedurende twee achtereenvolgende jare niet voldoen aan het urencriterium. Deze goedkeuring geldt vanaf 1 januari 2001.