15 juli 2004 | Ministerie van Financiën | besluit | CPP2004/928M
Iemand die een studie volgt kan in aanmerking komen voor de persoonsgebonden aftrek van een deel van de uitgaven. Aftrek is ook mogelijk als hij recht heeft op studiefinanciering. De hoogte van de aftrek is gesteld op de normbedragen van de Wet studiefinanciering 2000 verminderd met de onbelaste beurs. Als de scholingsuitgaven hoger zijn dan tweemaal de normbedragen is sprake van een “dure studie”. In zo'n geval mogen de werkelijke scholingsuitgaven minus de normbedragen in aftrek worden gebracht. Om te beoordelen of de regeling voor dure studies van toepassing is, moeten de scholingsuitgaven van de student hoger zijn dan tweemaal de normbedragen over de gehele periode waarop deze (eventueel vooruitbetaalde) scholingsuitgaven betrekking hebben. Het is dus niet mogelijk om door vooruitbetaling van kosten een studie als dure studie te kwalificeren.