14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AT3958, 38768
Iemand had met Legio-Lease een aantal aandelenlease-overeenkomsten gesloten. De waarde van die contracten was van belang voor de vaststelling van het rekenvermogen voor de Huursubsidiewet. Hof Den Haag ging ervan uit dat de onderliggende aandelen op de peildatum niet voor rekening van de belanghebbende verkocht konden worden. Het Hof stelde de waarde vast op de volle beurswaarde van de onderliggende aandelen minus de resterende verplichtingen uit hoofde van de lease-overeenkomsten. Volgens de Hoge Raad hield het Hof ten onrechte geen rekening met de kosten van het te gelde maken van de contracten. Het Hof had de waarde van de aandelen niet alleen moeten verminderen met de resterende verplichtingen uit die contracten, maar ook met de contractueel aan Legio-Lease verschuldigde kosten van ontbinding respectievelijk overdracht van de contracten op de peildatum.