14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AP8285 Zaaknr: 03/01894
De wettelijke termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is zes weken. De bezwaartermijn vangt aan op de dag na de dagtekening van de aanslag of de dag na de latere bekendmaking van de aanslag. De bekendmaking van een aanslag geschiedt door toezending of uitreiking van het aanslagbiljet. Wanneer iemand als gevolg van een fout van de belastingdienst de aanslag niet heeft ontvangen is de aanslag niet op de voorgeschreven wijze bekend gemaakt. De bezwaartermijn gaat dan pas lopen op het moment waarop hij of zijn gemachtigde kennis heeft genomen van het aanslagbiljet. Wegens overschrijding van de bezwaartermijn verklaarde de inspecteur een BV niet ontvankelijk in het bezwaar tegen de aanslag vennootschapsbelasting 1999. De aanslag was op of rond 2 oktober 2002 aan het bij de belastingdienst bekende adres van de BV in Gibraltar verstuurd. De BV was echter voor die datum verhuisd en had daarom het aanslagbiljet niet ontvangen. De aanslag was verstuurd naar het vestigings- en correspondentieadres, dat de BV op het formulier startende onderneming en op het aangiftebiljet had vermeld. De BV had de belastingdienst geen adreswijziging gestuurd. Ook uit de aangiftebiljetten vennootschapsbelasting voor de jaren 2000 en 2001 is geen adreswijziging aangegeven. De BV had wel een adreswijziging doorgegeven aan de Kamer van Koophandel, maar een dergelijke adreswijziging kan volgens het Hof niet worden gelijkgesteld aan een adreswijziging in de Gemeentelijke basisadministratie. Naar het oordeel van het Hof had de bekendmaking van de aanslag op de voorgeschreven wijze plaatsgevonden. De BV kon niet aantonen, dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was. Dat betekende, dat de inspecteur de BV terecht niet-ontvankelijk had verklaard.