Buitenlandse vennootschap in Nederland gevestigd door feitelijke leiding

14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AM7948 Zaaknr: 01/01131; 01/00397; 01/00398; 01/01418

De belastingdienst heeft navorderingsaanslagen vennootschapsbelasting opgelegd aan een tweetal Antilliaanse NV's. Beide NV's behoorden tot een internationaal scheepvaartconcern. De navorderingsaanslagen zijn gebaseerd op het standpunt, dat de feitelijke leiding van beide NV's niet bij de statutaire directie op de Antillen berustte, maar bij de middellijke aandeelhouder, die in Nederland is gevestigd. Hof Amsterdam is van oordeel, dat de NV's terecht als binnenlands belastingplichtig zijn aangemerkt voor de periode, waarin de middellijke aandeelhouder de feitelijke leiding op zich had genomen. In die periode deed het concern een omvangrijke investering in een aantal nieuw te bouwen schepen. Een aantal daarvan zou door de NV's worden geƫxploiteerd. De onderhandelingen met de werf over de schepen, de financiering, de bouwbegeleiding en het aanvragen van subsidies werden door de middellijke aandeelhouder gedaan. De statutaire directie had geen formeel investeringsbesluit genomen ondanks de omvang van de investeringen. De belastingdienst heeft echter verzuimd tijdig een aanslag op te leggen. Daarom ging de belastingdienst over tot het opleggen van een navorderingsaanslag. Daarvoor ontbrak het vereiste nieuwe feit, aldus het Hof, omdat voor het verstrijken van de termijn waarbinnen de aanslag moest worden opgelegd voldoende bekend was om vast te stellen, dat de NV's binnenlands belastingplichtig waren. Bij het ontbreken van voldoende cijfermatig inzicht had de belastingdienst ter behoud van rechten aanslagen moeten opleggen. Dat de NV's een ander standpunt innamen leidt er niet toe, dat zij te kwader trouw waren volgens het Hof.