14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN: AU5253, 03/02825
Een in Portugal gevestigde vennootschap naar Portugees recht had een aantal in Nederland gevestigde zusterondernemingen. Deze bedrijven waren actief in de machinebouw, de metaalbewerking en/of de metaalconstructie. De Portugese vennootschap stelde een gedeelte van haar personeel tijdelijk tewerk bij haar zusterbedrijven in Nederland. De vraag was of de Portugese vennootschap door de inspecteur terecht als inhoudingsplichtige voor de loonbelasting was aangemerkt. Volgens de Wet LB is slechts sprake van inhoudingsplicht voor een niet in Nederland gevestigde werkgever wanneer hij in Nederland een vaste inrichting heeft. Het uitlenen van personeel voor tegen beloning in Nederland verrichte persoonlijke arbeid geldt als het bestaan van een vaste inrichting in Nederland. In dit geval stond vast dat de Portugese vennootschap als werkgever haar medewerking verleende aan de uitzending van haar personeel. Daarmee was er een vaste inrichting in Nederland. Naar het oordeel van Hof Den Bosch had de inspecteur de vennootschap terecht als inhoudingsplichtige voor de loonbelasting aangemerkt.