BV, die pand verhuurde aan zuster-BV, was onroerend-goedvennootschap

14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN: AR6636,03/04372

Een BV had als enige activiteit het verhuren van een bedrijfspand aan een zuster-BV. Beide BV’s hadden dezelfde aandeelhouders die ieder 50% van de aandelen hadden. Een van de aandeelhouders verkocht zijn belang in beide BV’s aan de andere aandeelhouder, die daardoor een 100% belang kreeg. De belastingdienst was van mening, dat de activiteiten van de verhuur-BV moesten worden aangemerkt als het exploiteren van onroerende zaken en legde een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting op. Hof Amsterdam was van oordeel, dat de aanslag terecht was opgelegd. De bezittingen van de verhuur-BV bestonden eind 2001 voor 96 % en eind 2002 voor 100% uit onroerende zaken. Ook was voldaan aan de voorwaarde dat de verkrijger na de transactie tenminste 1/3 van het totale nominaal geplaatste aandelenkapitaal had van de verhuur-BV.