BV te kwader trouw bij winstuitdeling aan aandeelhouder: navordering mogelijk

14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN: AT4180, BK-03/00692

Een BV verkocht een stuk grond aan haar aandeelhouders voor een bedrag van ƒ 250.000. De waarde van dat stuk grond bedroeg, uitgaande van een mogelijke bestemmingswijziging van de grond tot bouwgrond voor woningbouw, beduidend meer. De inspecteur stelde de waarde op ƒ 645.000, uitgaande van de latere verkoop van ondermeer dit stuk grond aan een bouwbedrijf. Omdat de inspecteur aanvankelijk de ingediende aangifte gevolgd had, bracht hij de correctie van de winst bij de verkoop van de grond door de BV onder in een navorderingsaanslag. De BV bestreed deze navorderingsaanslag omdat er geen nieuw feit was dat navordering rechtvaardigde. Volgens Hof Den Haag mocht de inspecteur navorderen omdat de BV te kwader trouw was geweest bij het indienen van de aangifte. Wetende dat de waarde van de verkochte grond beduidend hoger was dan de verkoopprijs, had de BV volgens het Hof de winst niet mogen berekenen op basis van die verkoopprijs. Het Hof stelde de waarde van de grond ten tijde van de verkoop vast op ƒ 402.000. Dat hield een winstuitdeling van ƒ 152.000 in aan de aandeelhouder. Daarover mocht worden nagevorderd. Een boete van 50% van de nagevorderde belasting was volgens het Hof te hoog. Het Hof verlaagde de boete van ƒ 27.000 tot ƒ 17.500.