BV verkocht pand op verontreinigde grond voor te lage prijs aan aandeelhouders

14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AZ2078, 04/00348

Een BV verkocht een bedrijfspand aan haar twee aandeelhouders voor ƒ 125.000. De koopsom was laag omdat de grond vervuild was. Bij de bepaling van de koopsom was echter geen rekening gehouden met vergoeding van de sanering door de vroegere gebruiker/eigenaar van het pand. De waarde van het pand na sanering van de grond bedroeg volgens de inspecteur ƒ 525.000. Het verschil van ƒ 400.000 was een uitdeling van winst door de BV aan haar aandeelhouders. Hof Arnhem was van oordeel dat er inderdaad sprake was van een uitdeling. Het Hof baseerde dat oordeel op het verschil tussen de waarde van het pand na sanering en koopsom en op de omstandigheid dat de BV geen open kaart had gespeeld met betrekking tot de gebleken bereidheid van de vroegere gebruiker om een substantiële bijdrage te leveren aan de noodzakelijke sanering. Wel diende bij de bepaling van de hoogte van de winstuitdeling rekening gehouden te worden met de kans dat de vergoeding geheel of gedeeltelijk niet door zou gaan. Het Hof stelde de waardedruk als gevolg daarvan op ƒ 10.000. De uitdeling bedroeg ƒ 390.000.