14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN: AQ9861; 03/00778
In een procedure over een aanslag successierecht was in geschil of een belastingbedrag, dat in een conserverende aanslag is begrepen, als schuld in mindering kwam op de nalatenschap. Het ging om aanmerkelijk belangaandelen. Omdat de erfgenaam in het buitenland woonde was het niet mogelijk om de belastingclaim op de meerwaarde van de aandelen geruisloos door te schuiven. Daarom legde de belastingdienst aan de erflater een navorderingsaanslag inkomstenbelasting op. Voor het bedrag van de aanslag was uitstel van betaling gekregen. Mits aan zekere voorwaarden wordt voldaan kan dan kwijtschelding worden verleend van het bedrag dat na een periode van tien jaar nog openstaat. De erfgenaam rekende de schuld tot de nalatenschap. De inspecteur telde dat bedrag weer bij. Volgens Hof Den Bosch moet een conserverende aanslag gelijkgesteld worden met een belastingschuld waarvan 'ontheffing' kan worden verleend. Het uitgangspunt van de successiewet is dat zoveel mogelijk moet worden aangesloten bij de werkelijkheid. Daarom mag de conserverende aanslag niet als belastingschuld worden afgetrokken. Als de conserverende aanslag geheel of gedeeltelijk wordt ingevorderd, kan herrekening van het successierecht worden gevraagd.