Conversie aanslag in navorderingsaanslag

16 februari 2011 | Hof Arnhem | jurisprudentie | LJNBP3289, 10/00248

De wet bepaalt dat een aanslag Inkomstenbelasting binnen drie jaren na afloop van het jaar waarop de aanslag betrekking heeft moet zijn opgelegd. De termijn wordt verlengd met de periode van door de inspecteur verleend uitstel voor het doen van aangifte. Wanneer de termijn voor het opleggen van een aanslag is verstreken, heeft de inspecteur nog de mogelijkheid om een navorderingsaanslag op te leggen indien aan de voorwaarden daarvoor is voldaan. Een te laat opgelegde primitieve aanslag kan worden geconverteerd in een navorderingsaanslag indien aan de vereisten voor navordering is voldaan. Voor het opleggen van een navorderingsaanslag moet de inspecteur een nieuw feit hebben dat grond oplevert voor het vermoeden dat een aanslag ten onrechte achterwege is gelaten of te laag is vastgesteld. In het geval van conversie van een aanslag in een navorderingsaanslag moet de aanwezigheid van een nieuw feit worden bepaald op het moment waarop de termijn voor het opleggen van een primitieve aanslag verliep.

 

In een procedure stelde Hof Arnhem vast dat de inspecteur pas in juli 2007 wist dat iemand in het jaar 2003 resultaat uit overige werkzaamheden genoot. Eerder had de inspecteur dit niet kunnen weten. De termijn om een aanslag over 2003 op te leggen was op 31 december 2006 verstreken. Conversie van de te laat opgelegde primitieve aanslag in een navorderingsaanslag was in dit geval mogelijk.