CV is wegens voorgenomen belaste verhuur aan gemeente BTW-ondernemer

14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN-nummer: AO0675 Zaaknr: 99/30059

Een gemeente en een projectontwikkelaar zijn in 1994 een samenwerkingsverband in de vorm van een commanditaire vennootschap aangegaan ter ontwikkeling van een bestemmingsplan van de gemeente. In dat jaar heeft de CV een aantal dijken en wegen aangelegd met de bedoeling om die BTW-belast aan de gemeente te gaan verhuren. Door een wetswijziging in 1995 behoorde belaste verhuur aan niet ondernemers of aan vrijgestelde ondernemers niet langer tot de mogelijkheden. Naar het oordeel van Hof Den Bosch was de CV ondernemer voor de omzetbelasting, omdat de CV in 1994 van plan was de gehele infrastructuur via een verhuurstructuur belast te gaan exploiteren. In dat jaar was dat volgens de toen geldende wetgeving nog mogelijk. De kosten, die betrekking hebben op haar werkzaamheden, heeft de CV gemaakt in het kader van haar onderneming. De in rekening gebrachte omzetbelasting kan in aftrek worden gebracht, ondanks dat de gemeente door het achterwege blijven van de overdracht van de (economische) eigendom van de grond eigenaresse is van de door de belanghebbende gereconstrueerde infrastructuur, omdat naar het oordeel van het Hof de gemeente en de CV van plan waren tot eigendomsoverdracht over te gaan. Het recht op aftrek ontstaat op het tijdstip waarop de belasting verschuldigd wordt. Dat recht op aftrek blijft bestaan wanneer een belastingplichtige wegens omstandigheden buiten zijn wil de goederen en diensten nooit heeft gebruikt voor belaste activiteiten. Tot dergelijke omstandigheden moet worden gerekend een wetswijziging na de levering van de goederen of het verrichten van de diensten, doch vóór de aanvang van de voorgenomen handelingen, waardoor de belastingplichtige niet meer het recht heeft om voor deze handelingen van de vrijstelling af te zien. Het Hof stond de gevraagde teruggaaf van BTW toe.