14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN: AS4683, 03/03354
Een werknemer van het Europees Octrooi Bureau was van mening dat hij moest worden vrijgesteld van de onroerende zaakbelasting omdat de vrijstelling voor diplomaten op hem van toepassing was. Om die reden was het gebruikersdeel van de aanslag 2002 na bezwaar vernietigd. Dat gold ook voor een aantal van zijn collega’s. In de procedure over de aanslag 2003 stelde Hof Den Haag vast dat de werknemer geen diplomaat was en ook niet daarmee gelijk kon worden gesteld. De internationale verdragsbepalingen, die de belastingvrijstelling voor diplomaten regelen, waren dus niet op hem van toepassing. De vernietiging van de aanslag 2002 berustte volgens de gemeente op onjuist beleid, dat inmiddels was gewijzigd. Van die wijziging was hij via zijn werkgever op de hoogte gesteld.