14 mei 2007 | Hof Arnhem | jurisprudentie | LJN: AR3596, 03/01940
Een landbouwer kocht een deel van de door hem gepachte grond. Het ging om een perceel van 7,3 ha. In de akte van levering werd een beroep gedaan op de vrijstelling van overdrachtsbelasting voor verbetering van de landbouwstructuur. Die is van toepassing op de verkrijging van landerijen tot maximaal de oppervlakte van de naburige landerijen, die de verkrijger al meer dan vijf jaren in eigendom heeft, mits de verkrijging in het belang is van een verbetering van de landbouwstructuur. Op dezelfde dag werd de grond door de landbouwer doorgeleverd aan een derde voor een hogere koopsom. Omdat deze koper al ruim 6 ha direct aangrenzende grond in eigendom had, verzocht ook hij in de akte om toepassing van de vrijstelling voor dat gedeelte. Deze vrijstelling is verkregen. De uiteindelijke koper heeft de landbouwgrond na de verkrijging gedurende tenminste een jaar als zodanig gebruikt. De belastingdienst heeft aan de landbouwer een naheffingsaanslag opgelegd, omdat de vrijstelling in zijn geval niet van toepassing was. Volgens Hof Arnhem is aan de voorwaarde van verbetering van de landbouwstructuur voldaan indien sprake is van bedrijfsmatige exploitatie van de landerijen. Aankoop van grond gevolgd door onmiddellijke doorverkoop met beƫindiging van het gebruik kan niet als een vorm van bedrijfsmatige exploitatie worden beschouwd. Dat betekent, dat er geen recht op vrijstelling bestaat. De naheffingsaanslag bleef in stand.