14 mei 2007 | Overig | jurisprudentie | LJN: AU2800, 05/293
Iemand met een arbeidsongeschiktheidsuitkering had een gehandicapt kind. In verband daarmee had hij een aangepaste bus. In 2002 betaalde hij aan autokosten een bedrag van € 2.648. In het kader van de Wet voorziening gehandicapten ontving hij een vergoeding voor vervoerskosten van € 1.681. De belastingdienst stond alleen aftrek toe van de vervoerskosten in verband met artsenbezoek. Volgens de rechtbank Leeuwarden was het bezit van een auto voor mensen met een vergelijkbaar inkomen als de belanghebbende uitzonderlijk. Dat betekende dat alle autokosten verband hielden met ziekte en dus in aftrek konden worden gebracht voor zover zij niet werden vergoed.