14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN: AR3959, BK 2172/02
Een BV had een schuld van ƒ 12.000 aan haar directeur-grootaandeelhouder. Die had betrekking op door hem gedeclareerde autokosten. De BV wilde dit bedrag als kosten verwerken, maar de inspecteur stond dat niet toe omdat niet was bewezen, dat de kosten gemaakt waren. Hof Leeuwarden was van oordeel, dat dit bedrag wel in aftrek kwam. Volgens het Hof had de inspecteur niet gesteld dat deze vergoeding bovenmatig was en evenmin, dat deze, indien en voor zover bovenmatig, was gegeven om een aandeelhouder te bevoordelen. Dat betekende, dat de vergoeding is betaald aan de DGA in zijn hoedanigheid van directeur, zodat deze als kostenpost voor de BV gold, ongeacht eventuele bovenmatigheid van de vergoeding.