Door herstructurering had moedermaatschappij geen vervangingsvoornemen meer

14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AP1586 Zaaknr: 03/00776

Een Bv had bij een herstructurering, waarbij zij als moedermaatschappij van de andere vennootschappen ging functioneren, haar onroerende zaken overgedragen aan een dochter-BV. De herstructurering vond eind 1997 plaats. De BV ging ervan uit dat deze overdracht fiscaal zonder winstneming kon plaatsvinden en had de boekwinst op het pand niet als winst verantwoord. De BV had geen vervangingsreserve opgenomen. In plaats daarvan was de boekwinst bij de verkoop van een van de onroerende zaken als vervangingsreserve in rekening-courant ten gunste van de dochtermaatschappij geboekt. Volgens Hof Amsterdam wees dit erop, dat de BV zich niet langer zou bezighouden met de handel in en de exploitatie van onroerende zaken. Daardoor was onaannemelijk dat de BV nog een vervangingsvoornemen had. Het vervangingsvoornemen kon niet worden afgeleid uit de aankoop van de aandelen in de dochter in het jaar van verkoop van de onroerende zaak of uit de vorming van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting per 1 januari 1998.