Door onduidelijke uitspraak op bezwaar is beroep niet nodeloos ingesteld; proceskostenvergoeding toe

26 augustus 2003 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN-nummer: AL3207 Zaaknr: BK-02/02380

In de uitspraak op het bezwaarschrift tegen een WOZ-beschikking deelde de inspecteur mee, dat er een nieuwe beschikking zou worden vastgesteld. De waarde noemde hij niet. Vervolgens ging de belanghebbend in beroep. Het beroep werd ingetrokken nadat de nieuwe beschikking was afgegeven. Wel vroeg de belanghebbende om proceskostenvergoeding. Voor de toekenning daarvan is niet van belang of aan de Inspecteur enig verwijt kan worden gemaakt. Slechts van belang is het antwoord op de vraag of de noodzaak tot het instellen van het beroep uitsluitend voortvloeide uit de handelwijze van de belanghebbende. Hof Amsterdam beantwoordt laatstgenoemde vraag ontkennend. Een fout bij de afbakening van het te waarderen object kan in bezwaar of beroep worden aangepast. In de uitspraak op bezwaar is in strijd met de wet niet een nieuwe waarde vastgesteld. Pas na het verstrijken van de beroepstermijn werd de nieuwe waarde aan de belanghebbende meegedeeld. De belanghebbende heeft naar het oordeel van het Hof terecht beroep ingesteld.