Door opgewekt vertrouwen was onjuiste WAZ-franchise van toepassing

14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN-nummer: AP1811 Zaaknr: 02/02232

De belastingdienst had bij de berekening van de aanslag WAZ-premie over 1998 van een DGA de franchise verhoogd met de VUT-uitkering die hij ontving. Dat was gebeurd nadat het bezwaar tegen die aanslag wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk was verklaard. Vervolgens had uitvoerig overleg plaatsgevonden tussen de belastingdienst en de gemachtigde van de DGA. In 1999 heeft de Inspecteur bij de aanslagregeling de aangifte gevolgd en de aanslag met een verhoogde franchise opgelegd. Bij de aanslag WAZ over 2000 hanteerde hij de juiste franchise. In de procedure tegen de uitspraak op het daartegen ingediende bezwaar kwam Hof den Bosch tot het oordeel dat er sprake was van bij de DGA opgewekt vertrouwen. De regelgeving was volgens het Hof zo ingewikkeld, dat het voor de DGA niet kenbaar was dat het standpunt van de Inspecteur onjuist was. Door zonder voorafgaande waarschuwing bij de aanslagregeling premie WAZ voor 2000 de franchise te verlagen heeft de inspecteur het vertrouwensbeginsel geschonden. De aanslag WAZ is verminderd vanwege de hogere franchise.