14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN: AU7101, BK 737/04
De belastingdienst legde aan een medisch specialist een navorderingsaanslag inkomstenbelasting over het jaar 2000 op. Evenals in het voorgaande jaar had de specialist in zijn aangifte een lagere winst aangegeven omdat hij een ondermaatschap met zijn echtgenote was aangegaan. De belastingdienst wist van deze ondermaatschap af en had al voor het vaststellen van de aanslag aan de adviseur van de specialist meegedeeld dat deze ondermaatschap niet reëel was en voor de winstberekening buiten beschouwing moest blijven. Toch werd de aanslag vastgesteld rekening houdend met de ondermaatschap. Het voor het opleggen van een navorderingsaanslag benodigde nieuwe feit ontbrak. Het Hof vernietigde daarom de navorderingsaanslag.