Door vrijstelling premieheffing geen recht op premiedeel heffingskorting

14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN: AU6894, 03/02735

Een in Nederland wonende Britse was werkneemster van een in Nederland gevestigd NAVO-onderdeel. Dat had tot gevolg dat zij was vrijgesteld van Nederlandse belastingheffing over haar salaris. Zij was ook vrijgesteld van de volksverzekeringsplicht in Nederland. Op haar verzoek ontving zij over het jaar 2001 een voorlopige teruggaaf van € 1.576 en over het jaar 2002 van € 1.648. De inspecteur stelde zich bij het opleggen van de aanslagen inkomstenbelasting over deze jaren op het standpunt dat zij geen recht had op het premiedeel van de heffingskorting. Bij het opleggen van de aanslag inkomstenbelasting 2001 hield de inspecteur rekening met een heffingskorting van € 144. Bij het opleggen van de aanslag inkomstenbelasting 2002 hield hij rekening met een heffingskorting van € 173. In beide gevallen werd het bedrag verrekend met de voorlopige teruggaaf. Hof Den Bosch deelde de opvatting van de inspecteur. Omdat de werkneemster niet premieplichtig was voor de volksverzekeringen in Nederland, had zij geen recht op het premiedeel van de heffingskorting. Volgens het Hof was geen sprake van disproportionele nationale wetgeving of uitvoering daarvan.