14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN-nummer: AO6248 Zaaknr: 01/01071
Een inwoonster van Nederland emigreerde naar Australië. Zij heeft zich vanaf haar emigratie tot haar 65e verjaardag vrijwillig verzekerd voor de AOW. Dat had tot gevolg, dat zij tegelijkertijd ook vrijwillig verzekerd was voor de toenmalige Algemene Weduwen- en Wezenwet (AWW), de voorganger van de Algemene nabestaandenwet (Anw). Vrijwillige verzekering voor de AOW kan namelijk slechts plaatsvinden in combinatie met een vrijwillige verzekering voor (destijds) de AWW. In de maand mei 1996 ontstond recht op een AOW-uitkering. Zij heeft geen recht op een buitenlandse sociale zekerheidsuitkering. Iemand die niet in Nederland woont, is hier verplicht verzekerd voor de volksverzekeringen, indien hij: - recht heeft op een uitkering op grond van de AOW en - dit recht aansluit op de vrijwillige verzekering voor de AOW en de Anw en - die uitkering in 1999 meer bedroeg dan ƒ 10.708.De AOW-uitkering bedroeg ƒ 14.800. Daarmee was aan alle voorwaarden voor verplichte verzekering in Nederland voldaan. De aanslag premieheffing was terecht opgelegd.