14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN: AT5023, 03/1622
Een BV kreeg van de Belastingdienst/Douane toestemming om een partij niet-communautaire goederen te vernietigen onder ambtelijk toezicht. De Douane bracht de kosten van het houden van toezicht op de vernietiging in rekening aan de BV. Volgens de Douanekamer van Hof Amsterdam was dit terecht. Uit het Communautair Douane Wetboek (CDW) volgt dat in de EG binnengebrachte goederen aan douanetoezicht zijn onderworpen tot het ogenblik waarop zij worden vernietigd. Deze vernietiging mag geen kosten voor de schatkist meebrengen. Noch het CDW noch enige andere bepaling van het Gemeenschapsrecht verhindert volgens de Douanekamer dat de Douane kosten in rekening brengt voor het uitgeoefende toezicht op de vernietiging van niet-communautaire goederen. Niet gesteld of gebleken was dat de kosten onjuist waren vastgesteld. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond.