14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN-nummer: AP1880 Zaaknr: 38747
Man en vrouw werkten beiden. Hun kinderen maakten gebruikt van kinderopvang. Het oudste kind ging iedere week vier dagen naar de kinderopvang. In zijn aangifte inkomstenbelasting 1999 claimde de man aftrek van de werkelijke kosten van kinderopvang minus de geldende drempel. Hij hield geen rekening met het geldende maximum per kind. In de procedure naar aanleiding van de aanslag voerde hij aan, dat de drempel voor minder dan 4/5 deel moest worden toegepast. Dat werd afgewezen omdat vaststond, dat zijn kind vier dagen per week naar de opvang ging. De Hoge Raad heeft de uitspraak van Hof Den Haag bevestigd.