Drie procedures over baatbelasting gemeente Leeuwarden

14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN-nummer: AF1113 Zaaknr: BK 250/01

Bij de gemeentelijke baatbelasting wordt een deel van de kosten van aan te brengen voorzieningen omgeslagen over de onroerende zaken, die daarmee gebaat zijn. Er moet een besluit van de gemeenteraad zijn, waarin wordt vastgesteld, welk deel van de kosten wordt verhaald op de gebate panden, het zogenaamde bekostigingsbesluit. In een drietal procedures voor Hof Leeuwarden was aan de orde of de eigenaar terecht in de gemeentelijke baatbelasting was betrokken. De eigenaar voerde aan, dat 1. de baatbelasting alleen gold voor nieuwe voorzieningen en niet voor voorzieningen ter vervanging van bestaande;2. de verordening onverbindend is omdat woningen in het gebied niet in de belasting werden betrokken;3. sprake was van een willekeurige heffing, omdat bij gelijke baat verschillende heffingen werden gehanteerd;4. teveel kosten in aanmerking zijn genomen;5. meer wordt verhaald dan op grond van het bekostigingsbesluit is toegestaan.Het Hof verwerpt alle stellingen van de eigenaar en laat de aanslagen in stand. Slechts in een van de gevallen werd de aanslag verminderd, omdat de gevelbreedte als uitgangspunt voor de heffing was genomen en een deel van de gevel alleen betrekking had op de bovenwoningen, die niet in de heffing werden betrokken. Ook was de overige ruimte op de eerste verdieping ten onrechte meegenomen in de berekening van de aanslag, gezien de afstand van die ruimte tot de gevel. Van die ruimte kon niet gezegd worden dat hij gebaat was bij de voorzieningen.