14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN: AU0606, 04/02001
Als gevolg van een verkeersongeluk in het buitenland raakte iemand in coma. Zijn vader liet hem op medische gronden met een speciale ambulancevlucht naar Nederland brengen. Dat kostte in totaal ƒ 156.272, waarvan de vader ƒ 133.272 betaalde. Hij bracht dat bedrag als ziektekosten in aftrek in zijn aangifte inkomstenbelasting. De inspecteur was het daarmee niet eens en weigerde de aftrek te verlenen. Hof Arnhem was van oordeel dat de ziektekosten, die de vader voor zijn zoon betaalde, bij hem aftrekbaar waren voorzover zij hoger waren dan de voor hem geldende drempel en dat de draagkracht van de zoon buiten beschouwing moest blijven. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof omdat het eigen vermogen van de zieke wel bepalend is voor het recht op aftrek voor de verwant die de uitgaven voor zijn rekening heeft genomen. Alleen als er bijzondere omstandigheden zijn, die het voor de zieke bezwaarlijk maken om zijn vermogen aan te tasten, is het mogelijk dat een verwant die de betaling doet, toch het bedrag in aftrek kan brengen. Na verwijzing oordeelde Hof Den Bosch dat de zieke over voldoende vermogen beschikte om de uitgaven te betalen en dat er geen bijzondere omstandigheden waren op grond waarvan de vader de uitgaven voor zijn rekening moest nemen.