14 mei 2007 | Centrale Raad van Beroep | jurisprudentie | LJN: AX8799, 04/4216
Met ingang van 1 juli 2002 heeft het UWV zijn beleid ten aanzien van zogenaamde eigenrijders gewijzigd. Eigenrijders zijn zelfstandige vrachtwagenchauffeurs met een eigen auto. Tot die datum was het enkele bezit van een vervoersvergunning voldoende om geen verzekeringsplicht voor de werknemersverzekeringen aan te nemen. Op grond van dit gewijzigde beleid was het UWV van mening dat een eigenrijder met de vereiste vergunningen voor (inter-)nationaal goederenvervoer in een privaatrechtelijke dienstbetrekking werkte bij een transportbedrijf. De Centrale Raad van Beroep deelde de opvatting van het UWV, omdat aan alle voorwaarden voor een dienstbetrekking was voldaan. De eigenrijder was verplicht om het vervoer persoonlijk te verzorgen en had zich nooit laten vervangen. De eigenrijder moest zich houden aan de door het transportbedrijf afgesproken laad- en lostijden. De eigenrijder mocht wel ritten weigeren maar dat hield niet in dat er geen gezagsverhouding bestond. De betaalde vergoeding per gereden kilometer was een vergoeding voor verrichte werkzaamheden.