29 augustus 2007 | Hof Arnhem | jurisprudentie | LJNBB3520, 06/00145
Na een boekenonderzoek legde de belastingdienst een naheffingsaanslag loonheffing op met toepassing van het anoniementarief wegens het ontbreken van een loonbelastingverklaring, het ontbreken van een loonbelastingverklaring in combinatie met een onvolledig afschrift van een identiteitsbewijs en het ontbreken van een afschrift van een identiteitsbewijs. De rechtbank was van oordeel dat het ontbreken van een loonbelastingverklaring niet kon leiden tot toepassing van het anoniementarief in gevallen waarin de naam en het adres van de werknemers in de loonadministratie aanwezig waren en er geen aanleiding was om aan de juistheid van deze gegevens te twijfelen. De rechtbank verminderde de naheffingsaanslag met € 42.641. Bij het ontbreken van een afschrift van een identiteitsbewijs of van de achterkant van een identiteitsbewijs in combinatie met het ontbreken van een (ondertekende) loonbelastingverklaring mocht het anoniementarief wel worden toegepast. Op de achterkant van het identiteitsbewijs staat de handtekening van de houder. Deze behoort tot de persoonsgegevens en is van belang voor het vaststellen van zijn identiteit. In hoger beroep oordeelde Hof Arnhem anders. Het Hof verwees in zijn oordeel naar een arrest van de Hoge Raad van juni 2007. In dat arrest stelt de Hoge Raad vast dat het anoniementarief moet worden toegepast als een werknemer zijn naam, adres en/of woonplaats niet door middel van een loonbelastingverklaring heeft opgegeven, ook al is de werkgever bekend met die gegevens van de werknemer. Het Hof liet de uitspraak van de rechtbank voor zover die betrekking had op vermindering van de door de inspecteur opgelegde vergrijpboete in stand. De inspecteur had een boete opgelegd van € 6.206. De rechtbank verminderde de boete tot € 1.941. Het verschil in hoogte van de boete had betrekking op de toepassing van het anoniementarief wegens het ontbreken van (ondertekende) loonbelastingverklaringen. Hof Arnhem meende dat de werkgever destijds, voor het arrest van de Hoge Raad, een pleitbaar standpunt had ingenomen. Het opleggen van een boete is dan niet aan de orde.