Exploitant recreatiepark mag voorziening vormen voor bouw zwembad ten laste van opbrengst verkoop bu

9 januari 2004 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN-nummer: AO1499 Zaaknr: 38536

Een ondernemer kan ten laste van zijn winst een voorziening vormen voor toekomstige uitgaven, wanneer aan een aantal voorwaarden is voldaan. Die voorwaarden zijn, dat: 1. de uitgaven worden veroorzaakt door feiten, die zich in de periode voor de balansdatum hebben voorgedaan; 2. de uitgaven aan die periode zijn toe te rekenen en 3. er een redelijke zekerheid is, dat de uitgaven in de toekomst zullen worden gedaan. Als niet aan alle voorwaarden is voldaan kan geen voorziening worden gevormd. Als voorwaarde voor de bouw van een bungalowpark had de gemeente gesteld, dat er een zwembad zou worden gebouwd, dat lonend geƫxploiteerd moest worden. De gemeente verstrekte daartoe een bijdrage. De exploitant van het bungalowpark rekende een deel van de verkoopopbrengst van iedere bungalow toe aan het te bouwen zwembad. De kopers waren op de hoogte van het geplande zwembad, maar de bouw daarvan was niet met hen overeengekomen. Naargelang de verkoop van de bungalows vorderde reserveerde de exploitant een deel van de verkoopopbrengst van de bungalows. Vorming van die voorziening werd door Hof Amsterdam niet toegestaan, omdat met de bouw van het zwembad in die jaren nog niet was begonnen en een toekomstig exploitatietekort dus niet aan die jaren kon worden toegerekend. De Hoge Raad is het met het oordeel van het Hof niet eens. Er bestaat wel degelijk een samenhang tussen de verkoop van de bungalows en de realisatie van het zwembad. Omdat er bij de kopers van de recreatiebungalows verwachtingen zijn gewekt dat een zwembad zou worden gebouwd, moet er van uitgegaan worden dat het verkoopresultaat van de recreatiebungalows mede is behaald door die verwachtingen. Bij de winstbepaling over de verkopen in jaren voordat met de bouw van het zwembad is begonnen mag rekening worden gehouden met die gewekte verwachtingen. Er moet worden vastgesteld welk bedrag van de verkoopopbrengst aan deze verwachtingen kan worden toegerekend, Voor dat bedrag kan een passiefpost worden gevormd, die te zijner tijd in mindering moet worden gebracht op de stichtingskosten van het zwembad. De stichtingskosten moeten dan wel de bedrijfswaarde van het zwembad op het moment van ingebruikname te boven gaan.