15 april 2003 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN-nummer: AH9191 Zaaknr: 02/00331
Een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting bestaat uit een aantal BV’s die alle onroerende zaken exploiteren. Die zaken zijn gefinancierd met leningen van de aandeelhouder. Door het faillissement van de aandeelhouder wordt de fiscale eenheid gedwongen alle onroerende zaken te verkopen. De fiscale eenheid verricht dan geen activiteiten meer. Vervolgens worden de aandelen verkocht. De koper neemt ook de vordering van de aandeelhouder op de fiscale eenheid over. Enkele jaren later worden de aandelen en de vordering doorverkocht. Vervolgens start de fiscale eenheid nieuwe activiteiten. In geschil is of de verliezen uit de eerdere periode verrekend kunnen worden met latere winsten of dat de beperking van de verliesverrekening van toepassing is. Het standpunt van de fiscale eenheid is, dat oorspronkelijk alleen beleggingsactiviteiten plaatsvonden. Dan kan bij beëindiging daarvan niet gesproken worden van het staken van een onderneming en is er ondanks de aandeelhouderswisseling recht op verliesverrekening. Naar het oordeel van Hof Den Bosch is door de wijze van financieren met kort vreemd vermogen in plaats van eigen geld en eventueel lang vreemd vermogen, door het aantrekken van adviseurs en door hoge management- en overheadkosten geen sprake van normaal vermogensbeheer, maar van activiteiten, die als onderneming kwalificeren. Het stoppen van die activiteiten was geen tijdelijke stillegging met de bedoeling deze na korte tijd te hervatten. Volgens het Hof heeft de fiscale eenheid de onderneming gestaakt en is door de aandelenoverdracht het recht op verrekening van de oude verliezen verloren gegaan.