Fictieve afschrijving geen onderdeel autokosten

14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AT7203, 40679

Een ondernemer kan de kosten van een personenauto ten laste van zijn winst brengen. Daarbij moet rekening gehouden worden met de kosten van het gebruik voor andere dan ondernemingsdoeleinden. Dat gebeurt door een forfaitair bepaald bedrag niet in aftrek toe te laten. Het bedrag aan kosten voor ander gebruik dan ondernemingsdoeleinden kan echter niet hoger zijn dan de in een jaar werkelijk gemaakte autokosten. Dat laatste volgt uit een arrest van de Hoge Raad uit 1993. Fictieve (afschrijvings)lasten, dat wil zeggen lasten die niet bij de winstbepaling in aanmerking zijn genomen, zijn geen onderdeel van de werkelijk gemaakte kosten. Een bij verkoop van een auto gerealiseerd verlies of een in verband met een waardedaling op de boekwaarde van de auto afgeboekt bedrag is wel onderdeel van de werkelijk gemaakte kosten. Hof Arnhem had bij de bepaling van de autokosten rekening gehouden met bij de winstbepaling niet in aanmerking genomen afschrijvingsbedragen op een tot de bedrijfsvoorraad behorende auto. De Hoge Raad heeft deze uitspraak van het Hof vernietigd en de zaak verwezen naar Hof Den Bosch.