14 mei 2007 | Ministerie van Financiƫn | persbericht | PERS-2003-244
Over de zogenaamde 30%-regeling zijn in de Tweede Kamer vragen gesteld. De regeling geldt als een fiscale tegemoetkoming voor werknemers met een specifieke deskundigheid die op de Nederlandse arbeidsmarkt niet aanwezig is. De regeling houdt in, dat een forfaitaire belastingvrije vergoeding van zogenaamde extraterritoriale kosten kan worden gegeven. De belastingvrij te vergoeden kosten bedragen 30% van het totaal van salaris en te vergoeden kosten. De regeling draagt bij aan de concurrentiepositie van Nederland bij het aantrekken van werknemers met een specifieke deskundigheid en daarmee bij het aantrekken van bedrijven die in Nederland investeren. Het afschaffen van de 30%-regeling zal tot gevolg hebben dat de administratieve lasten voor het bedrijfsleven zullen toenemen. In plaats van de forfaitaire regeling zullen dan bij elke werknemer de werkelijke extraterritoriale kosten onbelast vergoed gaan worden. Een uitgebreide administratie van dergelijke kosten is dan noodzakelijk. Om die reden is de staatssecretaris van Financien niet van plan de regeling in te trekken.