Financien wil emigrerende ondernemers aanpakken

14 mei 2007 | Ministerie van Financiƫn | besluit | CPP2002/3543M

De belastingdienst heeft geconstateerd, dat ondernemers, die willen emigreren en in het buitenland een nieuwe onderneming beginnen, proberen directe belastingheffing over de meerwaarde van hun Nederlandse onderneming te voorkomen door deze in te brengen in een BV, die vervolgens (het belang bij) de onderneming overdraagt aan een derde. In een besluit geeft de staatssecretaris aan, op welke wijze in voorkomende gevallen kan worden opgetreden tegen ongewenste vormen van belastingvermijdend gedrag. Onderscheid wordt gemaakt tussen de gevallen waarbij de onderneming ruisend is ingebracht en de gevallen, waarin dat geruisloos is gedaan. In geval van een ruisende inbreng kan voor de stakingswinst een lijfrente zijn bedongen bij de BV. Als de BV niet de voortzettende ondernemer is, bijvoorbeeld omdat al vaststaat, dat de onderneming aan een ander zal worden overgedragen, kan de BV niet als verzekeraar voor de lijfrente fungeren. Bij emigratie van de ondernemer kan een conserverende aanslag in verband met lijfrentepremieaftrek worden opgelegd. Wordt de onderneming overgedragen tegen een winstrecht is het standpunt, dat de band met de onderneming is verbroken. Op grond daarvan wordt over de waarde van het winstrecht belasting geheven.Bij een geruisloze inbreng zal in voorkomende gevallen getracht worden aan te tonen, dat van meet af aan de bedoeling is de onderneming aan een derde over te dragen. Dan zal toepassing van de faciliteit geweigerd worden.