Fiscaal vertegenwoordiger niet verantwoordelijk voor BTW over leveringen door derde

14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN: AT8568, BK03/02927

Een in Nederland gevestigd bedrijf trad op als beperkt fiscaal vertegenwoordiger voor de omzetbelasting voor een aantal buitenlandse ondernemers. In die hoedanigheid verzorgde het bedrijf de invoer van goederen in Nederland en het verdere transport van deze goederen ten behoeve van deze buitenlandse afnemers. Deze handelingen werden door het bedrijf steeds als intracommunautaire leveringen onder toepassing van het nultarief voor de omzetbelasting verwerkt. Uit onderzoek van de belastingdienst bleek echter dat de goederen niet werden vervoerd naar de in de administratie vermelde bestemmingen in het buitenland maar naar locaties in Nederland. De buitenlandse afnemers hadden geen intracommunautaire verwervingen aangegeven. De belastingdienst legde een naheffingsaanslag op om het nultarief te corrigeren. Hof Den Haag was van oordeel dat er geen intracommunautaire leveringen hadden plaatsgevonden maar dat het uitsluitend de bedoeling was de schijn te wekken dat de goederen naar het buitenland waren overgebracht om deze belastingvrij in Nederland te kunnen verkopen. Dat betekende echter niet dat er dan sprake was van belaste leveringen van goederen, waarvoor de fiscaal vertegenwoordiger verantwoordelijk was. De enkele verplaatsing van goederen geldt voor de omzetbelasting niet als een levering. Als al sprake was van leveringen in Nederland, dan waren die niet gedaan door de buitenlandse afnemers maar door hun leverancier. Naheffing kon daarom niet plaatsvinden bij de fiscale vertegenwoordiger van de buitenlandse afnemers.