14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN: AR2962; AR2961; AR2959, 02/06979; 04/00491; 02/06980
Een BV en een natuurlijke persoon hadden participaties in een aantal onroerend goedmaatschappen. De BV wilde ten laste van de winst afschrijven op haar aandeel in deze onroerende zaken. De natuurlijke persoon deed dat ten laste van zijn inkomen. De inspecteur accepteerde de afschrijvingen wel, maar was het niet eens met de wijze waarop de afschrijvingen bepaald werden. De belastingplichtigen meenden dat de jaarlijkse afschrijving 4% van de historische kostprijs van de opstallen moest bedragen met een restwaarde van nihil. De inspecteur ging uit van een jaarlijkse afschrijving die varieerde tussen 0 en 1,3% van de historische kostprijs van opstal en grond. Aan het einde van de verwachte bezitsduur van de participaties zou de waarde van de panden slechts fractioneel lager zijn dan de kostprijs. In de procedure voor Hof Amsterdam kwamen de volgende vragen aan de orde:1. Moet, bij het bepalen van de restwaarde, rekening worden gehouden met indexeringen voor inflatie en andere omstandigheden? 2. Moet rekening worden gehouden met de waarde van de grond? 3. Moet de afschrijving lineair of progressief zijn?4. Moet rekening worden gehouden met de verwachte bezitsduur van de participatie voor deze belastingplichtige of met de objectief bepaalde gebruiksduur van het desbetreffende object? 5. Wat is de restwaarde van de objecten?Volgens het Hof moest de afschrijving per onroerende zaak lineair worden bepaald door het verschil tussen historische kostprijs en verwachte restwaarde te delen door de gebruiksperiode in jaren. De restwaarde is wat aan het einde van gebruiksperiode nog resteert van de historische kostprijs, zonder rekening te houden met inflatie. De waarde van de grond blijft buiten beschouwing, in de veronderstelling, dat grond niet in waarde daalt door gebruik. Het Hof stelde de objectieve gebruiksduur van de onroerende zaken vast op 30 jaar en ging uit van restwaarden in de orde van grootte van 15-20%. De aanslagen werd dienovereenkomstig aangepast.