Fiscus mocht bij emigratie in 1998 afzonderlijke aanslagen IB voor periode van binnen- en buitenlandse belastingplicht opleggen

14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN-nummer: AN9094 Zaaknr: 02/03656

Tot 1 januari 1999 werd bij emigratie in de loop van een jaar een aanslag inkomstenbelasting opgelegd voor de binnenlandse periode en een aanslag voor de buitenlandse periode. Daaraan is een einde gekomen door een wetswijziging in 1998, die gevolg had voor de jaren na 1998. De wetswijziging heeft geen invloed op aanslagen die betrekking hebben op de jaren voor 1999, die na 1 januari 1999 zijn opgelegd. Hof Den Bosch is van oordeel, dat aan een in 1998 geƫmigreerde landbouwer terecht twee aanslagen zijn opgelegd. De stakingswinst was aanvankelijk opgenomen in de aanslag over de buitenlandse periode, zonder rekening te houden met toepassing van het bijzondere tarief of met verrekening van voorlopige aanslagen. Een aangekondigde correctie van de stakingswinst was niet verwerkt in deze aanslag. Later volgde de aanslag over de binnenlandse periode, waarin de stakingswinst met correctie was verwerkt en het bijzondere tarief was toegepast. De aanslag over de buitenlandse periode werd uiteindelijk ambtshalve vernietigd, nadat deze eerder na bezwaar was verlaagd. Volgens het Hof mocht, gezien de kenbare onjuistheid van de aanslag over de buitenlandse periode en de schriftelijk aangekondigde correctie van de stakingswinst, de landbouwer er niet op vertrouwen, dat geen aanslag over de binnenlandse periode zou worden opgelegd of dat die aanslag zonder de correctie van de stakingswinst moest worden opgelegd.