14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN: AV0801, 04/01532
De belastingdienst wilde de winst die iemand bij verkoop van zijn aandeel in een onroerende zaak behaalde, belasten als inkomsten uit andere arbeid (nu: resultaat uit een werkzaamheid). Tussen aan- en verkoop van het pand lag een periode van 2,5 jaar. Het verschil tussen verkoopopbrengst en aankoopprijs was ƒ 1,1 miljoen. Dat verschil werd gedeeltelijk veroorzaakt door een, naar achteraf werd vastgesteld, zeer lage aankoopprijs. Tijdens de bezitsperiode had de eigenaar geen werkzaamheden aan het pand uitgevoerd die de waardestijging konden verklaren. De inspecteur kon niet bewijzen dat de eigenaar zijn aandeel in het pand met een ander doel dan verhuur had aangekocht. Ook onder die omstandigheden kon toch sprake zijn van belaste inkomsten, namelijk indien de belanghebbende wist dat de aankoopprijs te laag was. Hij ontkende dat. De belanghebbende beschikte niet over ervaring, deskundigheid of relaties op het gebied van onroerende zaken. De inspecteur slaagde er niet in te bewijzen dat de belanghebbende wist of had moeten weten dat hij het pand te goedkoop had gekocht.