14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | besluit | CPP2002/2186M
Zowel voor de motorrijtuigenbelasting als de BPM geldt een vrijstelling voor taxi’s. Om daarvoor in aanmerking te komen moet de auto voor tenminste 90% feitelijk als taxi worden gebruikt. Het gebruik van een auto voor vervoer van trouwpartijen of voor begrafenissen is geen gebruik als taxi en valt dus niet onder de vrijstelling. Wanneer een taxi ook voor dergelijk vervoer wordt ingezet kan de vrijstelling in gevaar komen als de genoemde 90%-eis niet wordt gehaald.