8 augustus 2008 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJNBC5748, 41276
De eigenaar van een gebouw in aanbouw geldt als gebruiker van het pand voor de onroerende zaakbelasting. Wie ter bevrediging van zijn eigen behoefte een pand bouwt, verbouwt of laat (ver)bouwen op grond die hem ter beschikking staat, gebruikt die grond in de zin van de bepaling in de Gemeentewet die de instelling van een onroerende zaakbelasting mogelijk maakt. Wanneer de verbouwing of de bouw plaats vindt met het oogmerk om de zaak zodra deze gereed is in gebruik te nemen, te verhuren of te verkopen, is sprake van bevrediging van eigen behoefte, aldus de Hoge Raad. Naar het oordeel van de Hoge Raad was aan de eigenaar van een perceel grond waarop een pand werd gebouwd terecht een aanslag onroerende zaakbelasting voor het gebruikersdeel opgelegd.