14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN: AT5852, 01/01916
In zijn aangifte inkomstenbelasting 1999 hield de eigenaar van een woning bij de berekening van het huurwaardeforfait rekening met slechts een deel van de WOZ-waarde. Hij deed dat omdat volgens hem een deel van de grond die bij de woning hoorde door zijn dochter werd gebruikt. De inspecteur corrigeerde het huurwaardeforfait door uit te gaan van de WOZ-waarde. Als buitengewone lasten in verband met ziekte bracht hij ƒ 690 aan dieetkosten, ƒ 260 aan kosten van huishoudelijke hulp, ƒ 150 aan huisapotheek en ƒ 500 aan autokosten in aftrek. De inspecteur corrigeerde de aftrek op deze punten. Slechts de aftrek van ƒ 50 kosten van de huisapotheek stond hij toe. Hof Den Bosch was het met de inspecteur eens. De belanghebbende kon niet bewijzen dat hij buitengewone lasten had of dat deze door ziekte werden veroorzaakt. De aftrek van de huisapotheek werd door de wet begrensd op een bedrag van ƒ 50. Ook het gebruik van een deel van de grond bij zijn woning kon hij niet bewijzen. Dat betekende dat de inspecteur de correctie in het huurwaardeforfait terecht had aangebracht.