14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AV5220, 39998
De belastingdienst verklaarde het bezwaar dat een BV indiende tegen een haar opgelegde naheffingsaanslag omzetbelasting over 1997 met een verhoging van de nageheven belasting van 100 % niet ontvankelijk. Hof Amsterdam verklaarde het tegen deze uitspraak ingestelde beroep gegrond voor zover het de boetebeschikking betrof. Voor zover het de naheffingsaanslag zelf betrof liet het Hof de niet-ontvankelijkverklaring in stand omdat niet aan de in de wet gestelde motiveringseis was voldaan. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd omdat de wet de mogelijkheid om een op één naheffingsaanslag betrekking hebbend bezwaar of beroep gedeeltelijk niet-ontvankelijk te verklaren niet biedt. Het oordeel van het Hof dat het bezwaarschrift enige motivering bevatte was daarom niet verenigbaar met het oordeel dat het bezwaarschrift niet voldeed aan de motiveringseis. De Hoge Raad heeft de zaak verwezen naar Hof Den Haag.